Vertaling van val

Inhoud:

Nederlands
Portugees
val, valknip, valkuil {zn.}
arapuca
armadilha
slag [m], val, valstrik {zn.}
armadilha
alçapão
strook, val, volant {zn.}
falbalá
babado
vallen, afvallen, neervallen, verschieten {ww.}
cair
ruir
tombar
desabar
Ik ben bang om te vallen.
Estou com medo de cair.


Gerelateerd aan val

valknip - valkuil - slag - valstrik - strook - volant - vallen - afvallen - neervallen - verschieten