Vertaling van vastmaken
Inhoud:
Nederlands
Portugees
bepalen, bevestigen, fixeren, tuigeren, vastmaken, vaststellen {ww.}
fixar
cravar
determinar
aprazar
cravar
determinar
aprazar
aansluiten, binden, vastbinden, vastmaken, verbinden {ww.}
atar
ligar
amarrar
ligar
amarrar