Vertaling van verbond

Inhoud:

Nederlands
Portugees
alliantie [v], bondgenootschap [o], verbond {zn.}
aliança
bond [m], liga, verbond, link {zn.}
liga
aliança
wilsbeschikking [v], testament, uiterste wil, verbond {zn.}
testamento
verbinden {ww.}
articular
associëren, verbinden {ww.}
associar
aliar
verbinden, zwachtelen, inzwachtelen, omzwachtelen {ww.}
vendar
pensar
combineren, samenvoegen, verbinden {ww.}
combinar
aansluiten, verbinden {ww.}
ligar
tot een alliantie smeden, verbinden {ww.}
aliar

ik verbond

verbinden, verplichten {ww.}
comprometer

ik verbond

aansluiten, binden, vastbinden, vastmaken, verbinden {ww.}
amarrar
atar
ligar

ik verbond