Vertaling van verkiezen
Inhoud:
Nederlands
Portugees
de voorkeur geven aan, prefereren, verkiezen, voortrekken {ww.}
preferir
gostar mais de
gostar mais de
begeren, trek hebben in, verkiezen, verlangen, wensen {ww.}
pretender
querer
desejar
querer
desejar
kiezen, uitkiezen, uitlezen, uitpikken, verkiezen, uitzoeken {ww.}
escolher
optar
nomear
eleger
designar
optar
nomear
eleger
designar
Ik moet kiezen tussen die twee.
Tenho de escolher entre os dois.