Vertaling van verliezen

Inhoud:

Nederlands
Portugees
verliezen, absorberen, in beslag nemen, opslorpen {ww.}
preocupar
absorver
verliezen, verslagen worden {ww.}
tornar-se vencido
kwijtraken, opgeven, verbeuren, verliezen, verspelen {ww.}
perder
Je kan niet verliezen.
Você não pode perder.
Je gezondheid verliezen is erger dan geld te verliezen.
Perder a saúde é pior do que perder dinheiro.
vermissing [v], schadepost, verlies (mv. verliezen) {zn.}
perda
deficit [o], schade [v], nadeel, strop, verlies (mv. verliezen) {zn.}
perda


Voorbeelden in zinsverband

Nederlands
Portugees

Je kan niet verliezen.

Você não pode perder.

Je gezondheid verliezen is erger dan geld te verliezen.

Perder a saúde é pior do que perder dinheiro.

Ik wil niet het risico lopen het te verliezen.

Eu não quero correr o risco de perdê-la.