Vertaling van veroorloven

Inhoud:

Nederlands
Portugees
gedogen, toelaten, toestaan, vergunnen, veroorloven {ww.}
consentir
permitir
aquiescer


Voorbeelden in zinsverband

Nederlands
Portugees

Ik kan het me niet veroorloven om ook maar één yen te verspillen.

Eu não posso gastar nem um iene.

Ik kan het mij niet veroorloven om in zo'n duur restaurant te eten.

Eu não posso comer num restaurante tão caro.


Gerelateerd aan veroorloven

gedogen - toelaten - toestaan - vergunnen