Vertaling van verteren
Inhoud:
Nederlands
Portugees
digereren, verduwen, verteren, verwerken {ww.}
fazer digestão
digerir
digerir
besteden, spanderen, spenderen, uitgeven, verteren {ww.}
gastar
consumeren, slopen, verbruiken, verorberen, verteren {ww.}
esgotar
gastar
consumir
gastar
consumir