Vertaling van vertrek

Inhoud:

Nederlands
Portugees
vertrek [o] {zn.}
partida
afrit [m], afvaart [v], vertrek [o] {zn.}
partida
kamer [v], lokaal [o], vertrek [o] {zn.}
quarto
sala
câmara
aposento
Er is niemand in de kamer.
Não há ninguém na sala.
Laten we onze kamer kuisen.
Limpemos nosso quarto.
afgaan, vertrekken, weggaan, zich verwijderen {ww.}
retirar-se
ausentar-se
partir
afastar-se
starten, vertrekken {ww.}
pôr-se em movimento
arrancar
partir
pôr-se em marcha
twijnen, verbuigen, verdraaien, vertrekken, wringen, verwringen {ww.}
retorcer
contorcer
torcer
afrijden, uitlopen, uitvaren, vertrekken, wegrijden {ww.}
partir
ausentar-se


Voorbeelden in zinsverband

Nederlands
Portugees

Ik vertrek voor een aantal dagen.

Estou saindo da cidade por alguns dias.

Ik wil je nog zien voor ik naar Europa vertrek.

Gostaria de te ver antes de sair da Europa.

Ik zou u graag zien voor ik naar Europa vertrek.

Eu gostaria de vê-lo antes de viajar para a Europa.