Vertaling van vertrekken

Inhoud:

Nederlands
Portugees
afgaan, vertrekken, weggaan, zich verwijderen {ww.}
retirar-se
ausentar-se
partir
afastar-se
starten, vertrekken {ww.}
pôr-se em movimento
arrancar
partir
pôr-se em marcha
twijnen, verbuigen, verdraaien, vertrekken, wringen, verwringen {ww.}
retorcer
contorcer
torcer
afrijden, uitlopen, uitvaren, vertrekken, wegrijden {ww.}
partir
ausentar-se
vertrek (mv. vertrekken) [o] {zn.}
partida
afrit [m], afvaart [v], vertrek (mv. vertrekken) [o] {zn.}
partida
kamer [v], lokaal [o], vertrek (mv. vertrekken) [o] {zn.}
quarto
sala
câmara
aposento
Er is niemand in de kamer.
Não há ninguém na sala.
Laten we onze kamer kuisen.
Limpemos nosso quarto.


Voorbeelden in zinsverband

Nederlands
Portugees

We moeten vertrekken.

É melhor irmos embora.

Waarvandaan vertrekken de bussen naar het vliegveld?

De onde partem os ônibus do aeroporto?