Vertaling van verwarren

Inhoud:

Nederlands
Portugees
betrekken, verstrikken, verwarren, verwikkelen {ww.}
envolver
implicar
enredar
dooreenhalen, van zijn stuk brengen, verwarren, verwisselen {ww.}
confundir
perturbar
atrapalhar
mengen, mixen, temperen, vermengen, verwarren, wassen {ww.}
misturar
mesclar
mexer
baralhar
Je kan olie en water niet mengen.
Não se podem misturar água e óleo.