Vertaling van verzamelen

Inhoud:

Nederlands
Portugees
verzamelen, bijeenbrengen, bijeengaren, bijeenkrijgen, rapen, samenbrengen, verenigen, vergaren, paren, vergaderen, accumuleren, ophopen, opeenhopen {ww.}
juntar em excesso
acumular
samenvoegen, aggregeren, bijeenhopen, verzamelen {ww.}
agregar
groeperen, ophopen, verzamelen {ww.}
agremiar
collecteren, innen, inzamelen, oogsten, plukken, rapen, verzamelen {ww.}
colher