Vertaling van vies

Inhoud:

Nederlands
Portugees
morsig, onrein, smerig, vies, vuil, vunzig, goor, vuns {bn.}
sujo


Voorbeelden in zinsverband

Nederlands
Portugees

Het kind is vies.

A criança está suja.

Mary's schoenen zijn vies.

Os sapatos de Maria estão sujos.


Gerelateerd aan vies

morsig - onrein - smerig - vuil - vunzig - goor - vuns