Vertaling van vlak
Inhoud:
Nederlands
Portugees
vlak {zn.}
face
vlak {zn.}
terra plana
planície
planície
vlak, oppervlak {zn.}
face
vlak, plat vlak {zn.}
plano
exact, juist, precies, scherp, vlak {bw.}
justamente
precisamente
precisamente
effen, gelijk, vlak {bn.}
chão
chato
plano
raso
chato
plano
raso
egaliseren, gelijkmaken, vlakken {ww.}
ajustar
igualar
acertar
igualar
acertar