Vertaling van vlekken
Inhoud:
Nederlands
Portugees
bekladden, bezoedelen, smetten, vlekken, bevlekken {ww.}
manchar
macular
macular
klad, klak, moet, mop, plek, smet, vlek (mv. vlekken) {zn.}
mancha
nódoa
mácula
nódoa
mácula
buurtschap , gehucht , vlek (mv. vlekken) {zn.}
vila
lugarejo
lugarejo