Vertaling van voorhebben
Inhoud:
Nederlands
Portugees
aanhebben, dragen, ophebben, voorhebben {ww.}
calçar
van plan zijn, voorhebben, voornemens zijn, zich voorstellen {ww.}
pretender
tencionar
intentar
tencionar
intentar
brengen, dragen, voeren, voorhebben {ww.}
levar
carregar
carregar