Vertaling van voortvloeien

Inhoud:

Nederlands
Portugees
bewandelen, bijhouden, volgen, voortvloeien, opvolgen {ww.}
suceder
seguir
resulteren, uitkomen, volgen, voortkomen, voortspruiten, voortvloeien {ww.}
resultar
redundar


Gerelateerd aan voortvloeien

bewandelen - bijhouden - volgen - opvolgen - resulteren - uitkomen - voortkomen - voortspruiten