Vertaling van voorzeggen
Inhoud:
Nederlands
Portugees
beduiden, voorspellen, voorzeggen, waarzeggen {ww.}
predizer
profetizar
agourar
profetizar
agourar
influisteren, souffleren, voorzeggen {ww.}
sugerir
soprar
dizer em voz baixa
soprar
dizer em voz baixa