Vertaling van wapperen
Inhoud:
Nederlands
Portugees
flakkeren, flikkeren, schitteren, vonken schieten, wapperen {ww.}
coruscar
flamejar
chamejar
flamejar
chamejar
aan de scharrel zijn, fladderen, flirten, scharrelen, wapperen {ww.}
esvoaçar
flutuar
borboletear
flutuar
borboletear