Vertaling van waren

Inhoud:

Nederlands
Portugees
dolen, dwalen, ronddolen, ronddwalen, waren, zwerven {ww.}
vagar
perambular
vadiar
vagabundear
errar
wezen, zijn {ww.}
ser
estar
existir
achar-se
Ze lijkt gelukkig te zijn.
Ela parece estar feliz.
Morgen moet het werk af zijn.
O trabalho deve estar concluído até amanhã.
waar (mv. waren) {vr. vnw.}
em que lugar
onde
eerzaam, waar (mv. waren), waardig {bn.}
digno
waar (mv. waren), handelswaar {zn.}
mercadoria
fazenda
echt, eigenlijk, heus, waar (mv. waren), waarachtig {bn.}
verdadeiro
verídico
vero


Voorbeelden in zinsverband

Nederlands
Portugees

Waar waren we gebleven?

Onde nós estávamos?

Toen waren we jonger.

Éramos jovens naquela época.

We waren vrienden.

Éramos amigos.

Al hun inspanningen waren tevergeefs.

Todos os seus esforços foram em vão.

Enkele meisjes waren aan het tennissen.

Algumas garotas estavam jogando tênis.

Alle mensen die hier waren, zijn weggegaan.

Todos que estavam aqui foram embora.

Omdat het zondag was, waren de winkels niet open.

Sendo domingo, as lojas não estavam abertas.

We waren in het park aan het spelen.

Estávamos tocando no parque.

Drie kinderen waren aan het spelen in het park.

Três crianças estavam brincando no parque.

Eerst waren ze allemaal overtuigd van zijn onschuld.

No começo, todos estavam convencidos de que ele era inocente.

Zij zijn getrouwd toen ze nog jong waren.

Eles se casaram quando eram jovens.

Er waren redelijk wat leerlingen niet in de les vandaag.

Havia um bom tanto de estudantes ausentes da aula hoje.

Er waren veel rotte appels in de mand.

Havia muitas maçãs podres na cesta.

Waar waren jullie tussen één en drie uur?

Onde você esteve entre uma e três horas?

Natuurlijk ken ik je nog, we waren beste vrienden op de basisschool!

Claro que me lembro de você, éramos melhores amigos quando estávamos no ensino básico.


Gerelateerd aan waren

dolen - dwalen - ronddolen - ronddwalen - zwerven - wezen - zijn - waar - eerzaam - waardig - handelswaar - echt - eigenlijk - heus - waarachtig