Vertaling van weg

Inhoud:

Nederlands
Portugees
heen, over, vandoor, verwijderd, voort, weg {bw.}
fora
longe
remedie [v], medium, middel [o], weg {zn.}
meio
recurso
expediente
Hij raakte zijn weg kwijt in de sneeuw.
Ele perdeu-se no meio da neve.
baan [v], route [v], weg [m] {zn.}
estrada
caminho
rumo
via
De weg is lang.
A estrada é longa.
Je staat in de weg.
Você está no meu caminho.


Voorbeelden in zinsverband

Nederlands
Portugees

Ben je al weg?

Você já vai?

Hij is al weg.

Ele já partiu.

Regen, regen, ga weg!

Vá embora, chuva!

Hij ging zomaar weg.

Ele saiu sem motivo algum.

We moeten hier weg.

É melhor irmos embora.

De weg is lang.

A estrada é longa.

Je staat in de weg.

Você está no meu caminho.

Waar een wil is, is een weg.

Querer é poder.

We zijn waarschijnlijk een paar dagen weg.

Provavelmente estaremos ausentes por alguns dias.

De volgende ochtend was hij weg.

Na manhã seguinte, ele partiu.

De weg loopt parallel aan de rivier.

A estrada é paralela ao rio.

Uw vrienden zullen u missen wanneer u weg bent.

Seus amigos sentirão saudades de você quando você for embora.

Ze staan op het punt weg te gaan.

Elas já estão de saída.

Hou een stukje gebak voor me apart, ik moet weg.

Separe um pedaço de bolo para mim. Eu tenho que ir.

Hij raakte zijn weg kwijt in de sneeuw.

Ele perdeu-se no meio da neve.


Gerelateerd aan weg

heen - over - vandoor - verwijderd - voort - remedie - medium - middel - baan - route