Vertaling van wezen
Inhoud:
Nederlands
Portugees
wezen {zn.}
ser
wezen, zijn {ww.}
ser
estar
existir
achar-se
estar
existir
achar-se
Ze lijkt gelukkig te zijn.
Ela parece estar feliz.
Morgen moet het werk af zijn.
O trabalho deve estar concluído até amanhã.
wezen {zn.}
entidade
ser
ente
ser
ente
essence , essentie , wezenheid , kern , wezen {zn.}
essência
aard , geaardheid , natuur , karakter , wezen {zn.}
natureza
wezenheid , wezen , zijn {zn.}
ente
zijn, wezen {zn.}
existência
aanduiden, aangeven, aanwijzen, uitduiden, wijzen {ww.}
indicar
Kan men een datum aanduiden, waarop een taal begon te leven? Men is geneigd te antwoorden: "Wat een vraag!" . En toch bestaat er zulk een datum: 26 juli, Esperantodag…
É possível indicar a data em que nasceu um idioma? "Mas que pergunta!", você tende a dizer. E mesmo assim tal data existe: 26 de julho, o Dia do Esperanto. Nesse dia…
laten zien, tentoonspreiden, tonen, vertonen, wijzen, uitwijzen {ww.}
apontar
assinalar
mostrar
assinalar
mostrar
wij wezen