Vertaling van wiegen
Inhoud:
Nederlands
Portugees
wiegen, in slaap wiegen {ww.}
ninar
embalar
embalar
balanceren, hobbelen, schommelen, wiegelen, wiegen, wippen {ww.}
ondular
oscilar
balançar-se
oscilar
balançar-se
wieg (mv. wiegen) {zn.}
berço