Vertaling van wij
Voorbeelden in zinsverband
Wij praten graag.
Nós gostamos de falar.
Waar zijn wij?
Onde estamos?
Wij zijn Arabieren.
Somos árabes.
Wij hebben genoeg tijd.
Temos tempo suficiente.
Wij zijn het volk.
Somos o povo.
Wij leren Spaans.
Estamos aprendendo espanhol.
Wij spelen dikwijls schaak.
Frequentemente jogamos xadrez.
Wij zijn goede vrienden.
Somos bons amigos.
Wij moeten naar school gaan.
Precisamos ir à escola.
Wij hebben een auto nodig.
Precisamos de um carro.
Wij wonnen de bronzen medaille.
Nós ganhamos a medalha de bronze.
Wij hadden een geheime ontmoeting.
Nós tivemos um encontro secreto.
Wij hebben ons gisteren geamuseerd.
Nós nos divertimos ontem.
Wij houden van voetbal spelen.
Nós gostamos de jogar futebol.
Wij wonen in de Verenigde Staten.
Moramos nos Estados Unidos.