Vertaling van zaak

Inhoud:

Nederlands
Portugees
zaak {zn.}
venda
loja
koopmanschap [o], nering [v], handel, negotie, transactie, zaak {zn.}
comércio
aangelegenheid [v], affaire [v], ding [o], zaak {zn.}
coisa
caso
questão
negócio
causa
assunto
Er is slechts één ding dat we kunnen doen nu!
Só há uma coisa que possamos fazer agora!
Onschuld is een schone zaak.
A inocência é uma coisa bela.
winkel, zaak, boetiek {zn.}
loja
armazém
Verkopen ze schriften in die winkel?
Eles vendem notebooks na loja?
Wat kocht ze in die winkel?
O que ela comprou naquela loja?
geval, zaak {zn.}
caso
In geval van brand, bel 119.
Em caso de incêndio, disque 119.
Indien mogelijk zou ik graag nieuwe informatie over deze zaak ontvangen.
Se possível, gostaria de receber novas informações sobre o caso.


Voorbeelden in zinsverband

Nederlands
Portugees

Onschuld is een schone zaak.

A inocência é uma coisa bela.

Dat zal niets aan de zaak veranderen.

Isso não vai mudar nada.

Indien mogelijk zou ik graag nieuwe informatie over deze zaak ontvangen.

Se possível, gostaria de receber novas informações sobre o caso.

Ik denk dat de zaak er wat anders voor staat wanneer je hierover nadenkt op de lange termijn.

Eu suponho que seja diferente quando você pensa sobre isso a longo prazo.


Gerelateerd aan zaak

koopmanschap - nering - handel - negotie - transactie - aangelegenheid - affaire - ding - winkel - boetiek - geval