Vertaling van zakken

Inhoud:

Nederlands
Portugees
dalen, lager worden, naar beneden gaan, zakken {ww.}
abaixar-se
falen, misgaan, mislukken, sjezen, stralen, stranden, zakken {ww.}
ter mau êxito
sofrer um xeque
malograr-se
tas, zak (mv. zakken) {zn.}
saco
zak (mv. zakken) [m] {zn.}
bolsa
bolso
algibeira
Ik heb één zak gekocht.
Comprei uma bolsa.
doos [v], bak [m], etui [o], foedraal [o], koker [m], korf [m], pot [m], zak (mv. zakken), vat [o], kist [v], fles [v], krat [o], emmer, kruik, urn {zn.}
caixa
vaso
vasilha
jarro
continente
Wat zit er in de doos?
O que há na caixa?
Deze doos is leeg. Er zit niets in.
Esta caixa está vazia. Não tem nada dentro.


Gerelateerd aan zakken

dalen - lager worden - naar beneden gaan - falen - misgaan - mislukken - sjezen - stralen - stranden - tas - zak - doos - bak - etui - foedraal