Vertaling van zat
Inhoud:
Nederlands
Portugees
verzadigd, vol, zat {bn.}
farto
saciado
satisfeito
saciado
satisfeito
beschonken, dronken, zat {bn.}
bêbado
embriagado
ébrio
embriagado
ébrio
zitten {ww.}
ter assento
estar sentado
estar sentado
poseren, zitten {ww.}
posar
Voorbeelden in zinsverband
Nederlands
Portugees
Ze zat naast me.
Ela se sentou ao meu lado.
Hij zat op het bed.
Ele sentou na cama.
De hond zat achter de kat aan.
O cachorro correu atrás do gato.
Er zat een kat op de stoel.
Um gato estava sentado na cadeira.
Toen ik nog op de middelbare school zat, stond ik elke morgen om 6 uur op.
No ensino médio eu acordava às 6 da manhã todo dia.