Vertaling van ze

Inhoud:

Nederlands
Portugees
ze, zij {pers. vnw.}
ela
ze, zij {pers. vnw.}
elas
eles
men, we, je, ze {onb. vnw.}
a gente


Voorbeelden in zinsverband

Nederlands
Portugees

Ze zegt dat ze van bloemen houdt.

Ela diz gostar de flores.

Ze horen bij mij.

Elas estão comigo.

Ze is erg intelligent.

Ela é muito inteligente.

Ze zijn verstandige meisjes.

Elas são meninas sensatas.

Ze heeft een hartkwaal.

Ela tem uma doença cardíaca.

Wat zei ze?

O que ela disse?

Ze is eenendertig jaar.

Ela tem trinta e um anos.

Ze was dapper.

Ela era corajosa.

Ze hadden geen eten.

Eles não tinham comida.

Gisteravond zijn ze vertrokken.

Eles partiram ontem a noite.

Ze verlieten hun land.

Abandonaram seu país.

Ze wees naar hem.

Ela apontou para ele.

Ze heeft kort haar.

Ela tem cabelo curto.

Ze kweekte rozen.

Ela cultivava rosas.

Ze is vijf jaar.

Ela tem cinco anos de idade.


Gerelateerd aan ze

zij - men - we - je