Vertaling van zinken
Inhoud:
Nederlands
Portugees
zinken {bn.}
zíncico
aan lager wal raken, in verval zijn, zinken {ww.}
estar em decadência
decair
decair
duiken, onderduiken, zinken {ww.}
afogar-se
degenereren, ontaarden, verbasteren, verworden, zinken {ww.}
degenerar
corromper-se
corromper-se
afdalen, naar beneden gaan, zinken {ww.}
descer