Vertaling van zoeken

Inhoud:

Nederlands
Portugees
snorren, zoeken, opzoeken, uitkijken, uitzien {ww.}
procurar
investigar
buscar
Ik moet naar mijn pen zoeken.
Preciso procurar minha caneta.
Ik moet mijn pen zoeken.
Tenho que procurar minha caneta.


Voorbeelden in zinsverband

Nederlands
Portugees

Ik moet mijn pen zoeken.

Tenho que procurar minha caneta.

Ik moet naar mijn pen zoeken.

Preciso procurar minha caneta.

Wat heeft deze stoel hier te zoeken?

O que esta cadeira está fazendo aqui?

Ik was je aan het zoeken.

Eu te procurei.

Ik ben aan het zoeken naar de kazen.

Estou procurando os queijos.

Het heeft geen zin naar de cake te zoeken: ik heb hem al opgegeten.

Não adianta nada procurar o bolo; eu já o comi.


Gerelateerd aan zoeken

snorren - opzoeken - uitkijken - uitzien