Vertaling van zoon

Inhoud:

Nederlands
Portugees
zoon [m] {zn.}
filho
Zo vader, zo zoon.
Tal pai, tal filho.
Wiens zoon ben jij?
Você é filho de quem?
volgeling [m] (de ~), zoon [m] (de ~), leerling [m] (de ~), adept, aanhanger {zn.}
partidário
adepto


Voorbeelden in zinsverband

Nederlands
Portugees

Zo vader, zo zoon.

Tal pai, tal filho.

Wiens zoon ben jij?

Você é filho de quem?

Hij heeft nog een zoon.

Ele tem outro filho.

Hoe oud is je zoon?

Quantos anos tem o seu filho?

Ze hebben hun zoon John genoemd.

Eles colocaram no filho deles o nome "John".

Hij verloor zijn meest geliefde zoon.

Ele perdeu o filho mais amado.

Ik zou mijn zoon willen zien.

Gostaria de ver o meu filho.

De naam van hun zoon is John.

O nome do filho deles é John.

Mijn zoon kan al tot honderd tellen.

Meu filho já sabe contar até cem.

Hij heeft een zoon en twee dochters.

Ele tem um filho e duas filhas.

Zijn zoon verdween zeven jaar geleden.

Seu filho desapareceu há sete anos.

Ik neem mijn zoon mee naar de dierentuin vanmiddag.

Vou levar meu filho para o zoológico hoje à tarde.

Zijn enige zoon kwam om in een auto-ongeluk.

Seu único filho foi morto em um acidente de carro.

Ik heb een zoon en een dochter. De ene is in New York, en de andere in Londen.

Eu tenho um filho e uma filha. Ele está em Nova York e ela em Londres.


Gerelateerd aan zoon

volgeling - leerling - adept - aanhangeradept