Vertaling van één per keer

Inhoud:

Nederlands
Portugees
alleen, in zijn eentje, één per keer {bw.}
um a um
terugkeren, terugkomen, wederkeren, wederkomen, weeromkomen {ww.}
voltar
regressar
Ik zou graag dit dorp verlaten en nooit meer terugkeren.
Gostaria de sair desta cidade e nunca mais voltar.
kantelen, omgooien, omkeren, omvergooien, ten val brengen {ww.}
revirar
derribar
entornar
deitar por terra
teruggaan, terugkeren, teruglopen, terugtrekken, weer gaan {ww.}
voltar
regressar
draaien, keren, omdraaien, ronddraaien, wenden, wentelen, zwenken {ww.}
transformar
voltear
rodar
volver
voltar
virar
afdraaien, afkeren, pareren {ww.}
desviar
aanhouden, keren, stilleggen, stilzetten, stoppen, stuiten {ww.}
reprimir
fazer parar
betalen, dokken, storten, uitbetalen, uitkeren, voldoen {ww.}
pagar
custear
Ik wil betalen met een kredietkaart.
Gostaria de pagar com cartão de crédito.
Kan ik met een creditcard betalen?
Posso pagar com cartão de crédito?
omdraaien, omkeren, ronddraaien, zich omkeren {ww.}
dar voltas
voltar-se
girar