Vertaling van éter

Inhoud:

Portugees
Nederlands
éter {zn.}
ether [m]
dar à luz, parir, ter {ww.}
bevallen 
ter {ww.}
hebben 
erop nahouden
Devo ter cometido um erro.
Ik zal wel een fout gemaakt hebben.
Gostaria de ter um gato.
Ik zou graag een kat hebben.
manter, segurar, sustenar, ter, conservar, guardar {ww.}
houden
vasthouden
bijhouden
Você pode acreditar que ele irá manter a sua palavra.
Je kan hem vertrouwen dat hij zijn woord zal houden.
fruir, possuir, ter {ww.}
erop nahouden
rijk zijn
bezitten 


Gerelateerd aan éter

dar à luz - parir - ter - manter - segurar - sustenar - conservar - guardar - fruir - possuir