Vertaling van Espanha

Inhoud:

Portugees
Nederlands
Espanha {eigenn.}
Spanje  [o] (narticle ~)
Hispanië [o]


Voorbeelden in zinsverband

Portugees
Nederlands

Vou à Espanha no outono.

Ik ga in de herfst naar Spanje.

Temos um colega na Espanha.

Wij hebben een collega in Spanje.

Espanha é um país europeu.

Spanje is een Europees land.

Estou procurando um livro sobre a Espanha medieval.

Ik ben op zoek naar een boek over middeleeuws Spanje.

Naquela época o México ainda não era independente da Espanha.

Mexico was toen nog niet onafhankelijk van Spanje.

Ah! Se eu fosse rico, eu compraria para mim uma casa na Espanha.

Ah! Als ik rijk zou zijn, zou ik voor mezelf een huis kopen in Spanje.


Gerelateerd aan Espanha