Vertaling van Natal

Inhoud:

Portugees
Nederlands
Natal {zn.}
Natal [o]
Natal {zn.}
kerst [m] (de ~)
kerstfeest [o] (het ~)
Kerstmis [v] (de ~)
Feliz Natal!
Vrolijk kerstfeest!
Tenha um feliz Natal!
Vrolijk kerstfeest!


Voorbeelden in zinsverband

Portugees
Nederlands

Feliz Natal!

Vrolijk kerstfeest!

Tenha um feliz Natal!

Vrolijk kerstfeest!

Já é Natal na Europa.

In Europa is het al Kerst.

O Natal está bem próximo.

Het is bijna kerst.

A Geórgia é seu país natal.

Zijn geboorteland is Georgië.

Eu tinha mais ou menos dez anos quando meus pais me deram uma caixinha de química no Natal.

Ik was bijna tien toen mijn ouders mij een wetenschapsset cadeau deden voor Kerstmis.


Gerelateerd aan Natal