Vertaling van aguçar

Inhoud:

Portugees
Nederlands
acerar, afiar, aguçar {ww.}
wetten
slijpen
scherpen
aanzetten
acirrar, aguçar, atiçar, estimular, excitar, inflamar {ww.}
werken op
verhitten
opwinden
prikkelen
aanwakkeren
encorajar, estimular, reavivar, aguçar {ww.}
zwepen
stimuleren 
prikkelen
aanvuren
aansporen 
aanporren


Gerelateerd aan aguçar

acerar - afiar - acirrar - atiçar - estimular - excitar - inflamar - encorajar - reavivar