Vertaling van alguma coisa

Inhoud:

Portugees

Nederlands

algo, alguma coisa {onb. vnw.}

iets
wat

Portugees

Nederlands

Faça alguma coisa!

Doe iets!

Você tem alguma coisa para comer?

Heb je iets te eten?

Ele disse alguma coisa sobre isso?

Heeft hij er iets van gezegd?

Há alguma coisa que eu possa fazer?

Is er iets dat ik kan doen?

Será que aconteceu alguma coisa com ele?

Ik vraag mij af of er iets met hem gebeurd is.

Tem alguma coisa que eu possa fazer por você?

Is er iets dat ik voor u kan doen?

Se você promete alguma coisa, mantenha sua palavra.

Als je iets beloofd, hou je er dan aan.

Não fique sentado aí simplesmente! Faça alguma coisa!

Zit daar niet te zitten, doe iets!