Vertaling van almoçar
Inhoud:
Portugees
Nederlands
almoçar {ww.}
dineren
Voorbeelden in zinsverband
Portugees
Nederlands
Acabei de almoçar.
Ik heb zojuist geluncht.
Você tem pão para almoçar?
Eet je brood tussen de middag?
Eu não tenho tempo suficiente para almoçar hoje.
Ik heb vandaag niet genoeg tijd om te lunchen.