Vertaling van almoço

Inhoud:

Portugees
Nederlands
jantar, almoço {zn.}
lunch
middagmaal [o]
noenmaal [o]
middageten  [o]
Lavo as minhas mãos antes do almoço.
Ik was mijn handen voor de lunch.


Voorbeelden in zinsverband

Portugees
Nederlands

Lavo as minhas mãos antes do almoço.

Ik was mijn handen voor de lunch.

Eu dormi um pouco durante o intervalo para almoço porque eu estava muito cansada.

Ik heb tijdens de lunchpauze een tukje gedaan omdat ik erg moe was.


Gerelateerd aan almoço

jantar