apontar, assinalar, mostrar {ww.} laten zien
tonen
uitwijzen
wijzen
vertonen
tentoonspreiden
Eu vou te mostrar algumas fotos.
Ik zal jullie wat foto's laten zien.
Você pode me mostrar seu passaporte, por favor?
Wilt u me uw paspoort even laten zien alstublieft?