Vertaling van apressar

Inhoud:

Portugees
Nederlands
apressar, instar, atropelar {ww.}
urgent zijn
tot haast aanzetten
haasten
jachten
dringen
acelerar, adiantar, apressar, atirar, aumentar a velocidade de {ww.}
versnellen
bespoedigen
verhaasten
accelereren
bijdragen
bevorderen
stimuleren
aanmoedigen


Gerelateerd aan apressar

instar - atropelar - acelerar - adiantar - atirar - aumentar a velocidade de