Vertaling van arrancar
Inhoud:
Portugees
Nederlands
arrancar, tirar, rasgar {ww.}
uitscheuren
uittrekken
uitrukken
uittrekken
uitrukken
arrancar, partir {ww.}
het op een lopen zetten
pôr-se em marcha, arrancar, partir, pôr-se em movimento {ww.}
vertrekken
starten
starten