Vertaling van aspirar
Inhoud:
Portugees
Nederlands
aspirar, inalar {ww.}
ophalen
inademen
inademen
aspirar, desejar vivamente, pretender {ww.}
aspireren
streven naar
nastreven
najagen
dingen naar
ambiëren
streven naar
nastreven
najagen
dingen naar
ambiëren
aspirar, calcar {ww.}
oppompen
pompen
pompen
almejar, anelar, aspirar {ww.}
snakken naar
smachten naar
hunkeren
smachten
haken naar
smachten naar
hunkeren
smachten
haken naar