Vertaling van atrasar
Inhoud:
Portugees
Nederlands
afrouxar, amortecer, atrasar, travar {ww.}
vertragen
Voorbeelden in zinsverband
Portugees
Nederlands
Ninguém vai nos atrasar.
Niemand zal ons tegenhouden.
Tentarei não me atrasar no futuro.
In het vervolg zal ik proberen op tijd te komen.
Se você não começar de uma fez, vai se atrasar.
Als je nu niet begint, zul je te laat zijn.