Vertaling van avô

Inhoud:

Portugees
Nederlands
avô {zn.}
opa  [m]
bestevaar
grootvader  [m]
O avô fala muito devagar.
Opa spreekt heel traag.
Meu avô gosta de caminhar.
Mijn opa houdt van wandelen.


Voorbeelden in zinsverband

Portugees
Nederlands

Meu avô gosta de caminhar.

Mijn opa houdt van wandelen.

O avô fala muito devagar.

Opa spreekt heel traag.