Vertaling van barulho

Inhoud:

Portugees
Nederlands
barulho, ruído {zn.}
lawaai
kabaal
rumoer
ophef
leven 
herrie [v]
Não faça barulho.
Maak geen lawaai.
Nós não conseguimos dormir por causa do barulho.
We kunnen niet slapen vanwege het lawaai.


Voorbeelden in zinsverband

Portugees
Nederlands

Não faça barulho.

Maak geen lawaai.

Você ouviu esse barulho?

Hoorde je dat geluid?

Nós não conseguimos dormir por causa do barulho.

We kunnen niet slapen vanwege het lawaai.


Gerelateerd aan barulho

ruído