Vertaling van bom
Inhoud:
Portugees
Nederlands
Voorbeelden in zinsverband
Portugees
Nederlands
Bom dia!
Goede morgen!
Bom apetite!
Eet smakelijk!
Bom trabalho!
Mooi gedaan!
Você é muito bom.
Je bent vrij goed.
Bom dia, todo mundo.
Goeiemorgen allemaal.
Olá! Bom dia!
Hallo! Goedemorgen!
Foi um bom rei.
Hij was een goede koning.
Você seria um bom diplomata.
Je zou een goede diplomaat zijn.
Eu sou bom em tênis.
Ik speel goed tennis.
Você é um bom garoto.
Je bent een goede jongen.
Tom é um bom funcionário.
Tom is een goede werker.
Você conhece um bom dentista?
Ken jij een goede tandarts?
Não é bom ler na sala escura.
Lezen in een donkere kamer is niet goed.
Não sou bom em classificar coisas.
Ik ben niet goed in het classificeren van dingen.
Eu não sou muito bom no tênis.
Ik ben niet zo goed in tennis.