Vertaling van capaz

Inhoud:

Portugees
Nederlands
apto, hábil, capaz {bn.}
bekwaam 
capabel
kundig
apto, capaz, conveniente {bn.}
bruikbaar
geschikt 


Voorbeelden in zinsverband

Portugees
Nederlands

Não é algo que qualquer um seja capaz de fazer.

Dat is niet iets wat iedereen kan doen.

Ele é capaz de nadar como um peixe.

Hij kan zwemmen als een vis.


Gerelateerd aan capaz

apto - hábil - conveniente