Vertaling van casar
Inhoud:
Portugees
Nederlands
Voorbeelden in zinsverband
Portugees
Nederlands
Quero me casar com você.
Ik wil met je trouwen.
Ele prometeu casar-se com ela.
Hij beloofde met haar te trouwen.
Ela decidiu casar-se com Tom.
Ze besloot met Tom te trouwen.
Ela decidiu casar-se com ele.
Ze besliste met hem te trouwen.
Ele decidiu se casar com ela.
Hij besliste om met haar te trouwen.
É uma pena que ele não possa se casar com ela.
Het is jammer dat hij niet met haar kan trouwen.