Vertaling van causa

Inhoud:

Portugees
Nederlands
causa, motivo {zn.}
reden 
Por algum motivo o microfone não funcionou antes.
Om de één of andere reden werkte de microfoon tot nu toe niet.
causa, móvel {zn.}
oorzaak 
reden 
Deus é a causa de todas as coisas.
God is de oorzaak van alle dingen.
causa, motivo, razão {zn.}
term
drijfveer [v]
motief 
beweegreden  [v]
assunto, caso, causa, coisa, negócio, questão {zn.}
zaak 
ding  [o]
affaire  [v]
aangelegenheid  [v]
Só há uma coisa que possamos fazer agora!
Er is slechts één ding dat we kunnen doen nu!
A inocência é uma coisa bela.
Onschuld is een schone zaak.


Voorbeelden in zinsverband

Portugees
Nederlands

Morreram pela causa da liberdade.

Zij stierven voor de vrijheid.

Bill está nervoso por causa do exame.

Bill is zenuwachtig voor het examen.

Por causa do mau tempo, o voo estava atrasado.

Het vliegtuig had vertraging door het slechte weer.

Muitos voos foram cancelados por causa do tufão.

Veel vluchten werden geannuleerd als gevolg van de tyfoon.

Nós não conseguimos dormir por causa do barulho.

We kunnen niet slapen vanwege het lawaai.

Deus é a causa de todas as coisas.

God is de oorzaak van alle dingen.

Eu faltei só um dia de trabalho por causa de um resfriado e a minha mesa está com pilhas de papel.

Ik ben maar één werkdag weggeweest vanwege een verkoudheid en er liggen stapels papier op mijn bureau.


Gerelateerd aan causa

motivo - móvel - razão - assunto - caso - coisa - negócio - questão