Vertaling van cenoura

Inhoud:

Portugees
Nederlands
cenoura {zn.}
wortel  [m]
peen [v]
O coelho está a comer a cenoura.
Het konijn eet de wortel.
A lebre roubou uma cenoura do jardim.
De haas stal een wortel uit de tuin.


Voorbeelden in zinsverband

Portugees
Nederlands

Ele odeia cenoura.

Hij heeft een hekel aan wortels.

A lebre roubou uma cenoura do jardim.

De haas stal een wortel uit de tuin.

O coelho está a comer a cenoura.

Het konijn eet de wortel.